dinsdag

'Kinderen dringen elkaar roken op'

Kleuters dringen hun leeftijdgenoten sneller namaaksigaretten op als hun ouders roken. Dat concludeert de orthopedagoge Rebecca de Leeuw in een onderzoek waarop zij volgende maand promoveert aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.
Bij haar onderzoeken werd kinderen tussen de 4 en 8 jaar eerst gevraagd of hun ouders roken. Vervolgens werden ze alleen in een speelhoek met een kinderkeukentje en een eethoek gezet. Ze moesten doen alsof ze groot waren en gaan koken en eten. In de speelhoek lag ook een pakje nepsigaretten. Overigens niet van chocolade, omdat dat de verleiding zou kunnen vergroten.

De kinderen met rokende ouders deden drie keer zo vaak alsof zij een sigaret rookten dan de kinderen van niet-rokers. In een tweede studie speelden kinderen samen met een ander een barbecuefeestje na. Daarbij bleek dat de kinderen van de rokende ouders de kinderen van niet-rokende ouders aanspoorden ook een sigaret 'op te steken'.

In 59 procent van de gevallen staken allebei de kinderen een sigaret op, waarvan in 65 procent degene met de rokende ouder de eerste was. In 32 procent van de gevallen werd niet gerookt. Bij slechts negen procent rookte maar één kind.

"Dat kinderen met ouders eerder roken, is niet nieuw", zegt De Leeuw. "Maar het was nog niet bekend dat die neiging er zo jong al is."

Volgens haar kunnen ouders voorkomen dat hun kinderen roken door het zelf niet te doen. Verder zou het helpen als ze hun kinderen verbieden naar films te kijken waarin wordt gerookt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten